De toekomst is begonnen
Hoe ervaar jij als pionier van het eerste uur het jubileum van het Verkeerscentrum? Sven Geerts: “We vieren op een boeiend moment. Het Agentschap Wegen en Verkeer investeert volop in de modernisering van onze wegen en tunnels. In Antwerpen bouwt Lantis de Oosterweelverbinding. De Werkvennootschap is bezig met de herinrichting van de Brusselse Ring en de westelijke R4 in Gent. En ook elders in Vlaanderen zie ik grote infrastructuurprojecten. Artificiële intelligentie en autonome voertuigen staan op het punt om onze mobiliteit grondig te veranderen.
Onze blik op mobiliteit is al veranderd, met meer focus op duurzaamheid, alternatieve vervoersmodi en modal shift. Een centrale speler als het Verkeerscentrum kan daarbij een grote maatschappelijke rol opnemen. Dit is hét moment om onze dienstverlening uit te breiden en te zorgen voor een veilig, duurzaam, modern, comfortabel en betrouwbaar mobiliteitssysteem, waarin alle vervoersmodi naadloos geïntegreerd zijn."
Jullie gaan de focus verruimen. Weg van het snelwegverkeer alleen? “Naast het verkeer op de snelwegen willen we ook andere weggebruikers bedienen, zoals fietsers. We willen combimobiliteit promoten en ons richten op de behoeften van verschillende groepen die deelnemen aan het verkeer: pendelaars, transportbedrijven en toeristen. Dat zal gebeuren in nauwe samenwerking met de steden en gemeenten. Zij kennen hun eigen specifieke mobiliteitsnoden het best. Voor het verkeersbeheer op de lange afstand investeren we voort in goede contacten met Brussel, Wallonië en onze buurlanden."
Dat alles straalt veel ambitie uit. Is het Verkeerscentrum daar klaar voor? “Zeker! Dit magazine toont aan dat we de afgelopen 25 jaar al veel watertjes hebben doorzwommen. We hebben onze pioniersrol waargemaakt en hebben veel expertise opgebouwd. We kennen onze sterktes, maar ook onze verbeterpunten.”
Laat ons dan maar beginnen met de sterktes. “Ons unieke operationele organisatiemodel met voortdurende interactie tussen onze controlezalen en partners zoals de wegpolitie, hulpdiensten, media en aannemers. De verkeerscontrolezaal richt zich op de weggebruikers op de weg, terwijl de technische controlezaal zich bezighoudt met de infrastructuur waarvan ze gebruik maken. Dat geeft dubbele slagkracht: we voorkomen gevaarlijke verkeerssituaties door snel defecte signalisatie of schade aan de weg op te merken, en tegelijk zorgen we met de verkeerssturing ervoor dat technische interventies op het terrein snel en veilig kunnen verlopen.
Al onze data en waarnemingen consolideren we in het datawarehouse. We zetten die data om in verkeerskundige kennis om daarmee op een wetenschappelijk onderbouwde manier analyses, studies en beleidsaanbevelingen te maken. Maar ook voor bijvoorbeeld het bedenken, evalueren en verbeteren van verkeersregelalgoritmes, het ontwerpen van spitsstroken en busbanen, enz.
Ik ben trots op alle collega's achter die operaties, onze backoffice. Onze procesverantwoordelijken zorgen voor efficiënte procedures voor incidentmanagement. Onze operationeel relatiebeheerders en signalisatiedeskundige plannen wegwerkzaamheden en evenementen zo in dat de hinder voor zoveel mogelijk mensen beperkt blijft. En natuurlijk onze IT'ers. Zij doen een bijzonder complexe systeemarchitectuur draaien waarin alles constant met alles interageert in heel Vlaanderen. Een huzarenstuk!”
Waar zit jullie groeipotentieel? “Door de extra focus op tunnelveiligheid zijn we nu nog meer een lerende organisatie. We analyseren ongevallen, zoeken betere detectiemethoden en verbeteren onze procedures voor technische interventies.
De nieuwe weginfrastructuur die volop gebouwd wordt, komt op termijn ook met extra taken voor onze controlezalen. We gaan die zalen opnieuw uitdenken om ze robuuster te maken bij pieken in werkdruk en calamiteiten. Daarnaast denken we al na over incidentmanagement 2.0, een multidisciplinaire aanpak waarmee we niet alleen kunnen reageren op lokale incidenten, maar ook op crisissituaties met zware impact op het verkeer zoals overstromingen of massale evacuaties. Er komt ook een tweede datawarehouse, voor technische data. Dankzij die data uit wegkantsystemen kan het Agentschap Wegen en Verkeer zijn technisch onderhoud beter plannen en uitval door slijtage voorkomen. Via serviceproviders trekken we ook almaar meer data binnen uit voertuigen. Omgekeerd delen wij onze meetdata met de commerciële partners. We zetten ons samen in voor de ontwikkeling van in-car toepassingen.”
En die in-car toepassingen zijn populair. Is dat een bedreiging voor het Verkeerscentrum? “Integendeel. Vroeger had het Verkeerscentrum een monopolie op verkeersbeheer, maar nu zijn we een schakel in een keten van mobiliteitsdiensten, waarin ook bijvoorbeeld Google, Waze en Flitsmeister een knappe rol spelen. Toegegeven, die evolutie maakte ons eerst nerveus, maar projecten zoals Socrates 2.0 hebben intussen aangetoond dat iedereen wint als overheden en private partijen verkeersdata uitwisselen en samenwerken. Of dat nu via dynamische wegsignalisatie of een applicatie in voertuigen is, hoe we onze resultaten bereiken, maakt voor mij weinig uit. Zolang we maar veilig en betrouwbaar verkeer kunnen garanderen. Ik wil dat het verkeerssysteem een lust is voor de maatschappij, nooit een last.
En wat mogen we verwachten van artificiële intelligentie in het Verkeerscentrum? “Onze camera’s worden stelselmatig uitgerust met AI-technologie. Die gaat ons helpen om gevaar en incidenten sneller op te merken. Bijvoorbeeld ladingverlies, stilstaande voertuigen of mensen op de weg. Met AI kunnen we de afhandelingsduur van incidenten beter inschatten en, sterker nog, proactief maatregelen nemen wanneer de kans op een botsing groter wordt of er file dreigt.
Door AI los te laten op de enorme hoeveelheid meetdata en informatie uit camerabeelden die we per seconde binnenkrijgen, door AI te combineren met onze historische kennis vanuit het datawarehouse, zullen we ook verkeersmodellen kunnen voeden die de verkeersleiders waarschuwen voor nakende problemen of gevaren op de weg. Het is absoluut onze ambitie om AI niet alleen te gebruiken om files en incidenten te managen, maar vooral ook om ze zoveel mogelijk voor te zijn door de verkeersstromen constant gepast aan te sturen."
Door een interne reorganisatie van het Agentschap Wegen en Verkeer wordt de rol van het Verkeerscentrum groter. Hoe? “Het Verkeerscentrum heeft inderdaad een grotere rol gekregen binnen het wegbeheer. We zijn nu verantwoordelijk voor het overkoepelende minderhinderbeleid en denken mee na over de beste planning en organisatie van de vele wegwerkzaamheden op Vlaams niveau. Dat zal ons ook helpen bij de noodzakelijke modal shift, want ik zie, zeker bij grote infrastructuurprojecten, steeds meer focus op de overslag van de auto naar het openbaar vervoer of op de aanleg van nieuwe fietspaden. Ik vind het een fijne gedachte dat we met het Verkeerscentrum weggebruikers een duwtje in de rug kunnen geven richting de fiets, trein, tram, bus en zelfs waterbus.”
