Assetmanagement: nieuwe aanpak voor het beheer van kunstwerken
KUNSTWERKEN - Jan Van Rensbergen is programmamanager bij het Agentschap Wegen en Verkeer. Als vroegere CEO van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel, het huidige Lantis, heeft hij een brede ervaring met de leiding van grote projecten. Die komt hem nu goed van pas bij de uitwerking van assetmanagement bij ons agentschap. Vooral het wegwerken van de onderhoudsachterstand op onze kunstwerken vormt een hele uitdaging.
Jan Van Rensbergen: "In 2023 zagen we de eerste vruchten van ons masterplan; de lijst prioritaire kunstwerken, de kritieke bruggen in zeer slechte toestand, werd korter."
Assetmanagement, wat is dat precies?
Jan Van Rensbergen: “Als beheerder van de Vlaamse weginfrastructuur heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een groot aantal ‘assets’ onder zijn hoede. Daaronder verstaan we alle wegen, bruggen en tunnels in ons patrimonium. Assetmanagement is een internationale ‘best practice’ voor organisaties zoals de onze. We bekijken de assets consequent over hun volledige levenscyclus, van ontwerp tot afbraak, en analyseren de prestaties, kosten en risico’s ervan. De conclusie? Er is voor onze hele assetportefeuille een grote inhaalbeweging nodig om de kwaliteit ervan op peil te krijgen.”
Hoe kan assetmanagement daarbij helpen?
Van Rensbergen: “Assetmanagement helpt ons om de beperkte middelen in te zetten waar deze het meeste nodig zijn, en leidt tot een betere besluitvorming voor onderhoud en investeren. We bekijken ons patrimonium als een geheel en kunnen oordeelkundig de prioriteiten bepalen. En dat hebben we in 2023 gedaan door focus te leggen op onze bruggen en tunnels. Aan de wegen is er ook nog werk, maar bij de bruggen en tunnels is de onderhoudsachterstand sterk opgelopen en zijn de risico’s het grootst. Het zijn cruciale schakels in ons wegennet. Stel je voor dat we de Kennedytunnel in Antwerpen plots moeten sluiten omdat hij niet meer veilig is: dat zou dramatisch zijn.”
Wat staat er in die masterplannen?
Van Rensbergen: “We willen op een termijn van 10 jaar orde op zaken stellen. Het masterplan van de bruggen haakt in op de aanpak die begin deze legislatuur was uitgerold. In 2023 zien we al de eerste vruchten: voor het eerst is de Lijst Prioritaire Kunstwerken, dit zijn kritieke bruggen in zeer slechte toestand, korter geworden. En met de publiek-private samenwerking kunstwerken OverBruggen versnellen we de vervanging van bruggen in slechte toestand. We zetten extra in op inspecties en werken aan onderhoudsplannen om de bruggen in goede staat te houden.
Bij de tunnels gaat het niet enkel over de bouwkundige constructies, maar ook over de installaties in de tunnels, de bewaking en bediening ervan, en alle aspecten van tunnelveiligheid die als een rode draad door alle maatregelen loopt. De inhaaloperatie is veelzijdig, complex en uitdagend. Het masterplan tunnels geeft ons houvast en structuur. Zo weten we nu in welke volgorde we de tunnels gaan aanpakken in de komende 10 jaar. Zo starten we in 2024 met de renovatie van de Beverentunnel. We hebben onze prioriteiten goed afgebakend: de tunnels waar het risico op problemen in de nabije toekomst groot is, en de maatschappelijke impact van falen eveneens hoog is, staan bovenaan de lijst. Voor tunnels die lager op de lijst staan, is het nu al duidelijk wanneer ze aan bod komen.”
Waar kijk je naar uit in 2024?
Van Rensbergen: “Voor de bruggen en tunnels zou ik graag een systematiek uitwerken voor het onderhoud over de volledige levensduur en hieruit een onderhoudsplanning bepalen voor de komende 10 jaar. Voor de bruggen die we vernieuwen in de publiek-private samenwerking OverBruggen hebben we samen met de Vlaamse Bouwmeester een kwaliteitshandboek opgesteld. Het zou goed zijn indien we dit handboek ook als richtsnoer gebruiken voor andere bruggen van ons agentschap. Want ook voor de vormgeving van infrastructuur is een minimaal kwaliteitsniveau nodig. Niet zomaar omdat wegen, bruggen of tunnels er mooi moeten uitzien, maar omdat we weten dat een rustgevend wegbeeld een bewezen effect heeft op de verkeersveiligheid.”
“De collega’s van het Agentschap Wegen en Verkeer wens ik dit jaar veel passie en gedrevenheid toe. Wat we doen is belangrijk en zinvol werk. We hebben de positiviteit die ik voel in de organisatie absoluut nodig.”
Robots op onderzoek in onze bruggen
WEGENBOUWKUNDE - Een goede analyse van de staat van onze kunstwerken is dé voorwaarde voor een slim investeringsplan waarbij we de veiligheid van onze bruggen vooropstellen. Drones en robots helpen sinds dit jaar onze bruginspecteurs bij het in kaart brengen van de staat van onze bruggen. Thomas Plumet, coördinator bruginspecties in onze nieuwe afdeling Assetinformatie & Inspecties Weginfrastructuur (AIW) vertelt hoe het werkt.
Testinspectie met drone in Destelbergen
Thomas, wat doen robots beter dan mensen?
Thomas Plumet: (lacht) “Wel … veel dingen, maar als het over het inspecteren van bruggen gaat, verminderen ze vooral de veiligheidsrisico’s voor onze mensen. De inspectie van een brug is geen sinecure. Inspecteurs moeten vaak lange, smalle besloten ruimtes inklimmen via kleine mangaten onderaan de brug, die ze alleen kunnen bereiken met een hoogtewerker van 4 meter of hoger. Via het gat klimmen ze een betonnen of stalen brugkoker in waar ze op handen en voeten, vaak in het donker, de inspectie moeten uitvoeren.”
“De veiligheidsrisico’s die dat met zich meebrengt, waren de belangrijkste redenen om op zoek te gaan naar technologische alternatieven. Zo kwamen we uit bij drones en later bij robots of crawlers.”
Wat inspecteren de drones en robots precies?
Plumet: “De robot of crawler rijdt de koker in en registreert alles. We kijken live mee met de robot en maken meteen het bouwkundige inspectieverslag op. Slimme software helpt ons daarbij. Zo sparen we nadien tijd om een verslag te schrijven op kantoor en hebben we meer tijd om inspecties uit te voeren op het terrein.”
“We zien dankzij de robots echt alle gebreken: van problemen met de waterafvoer tot loszittend beton of blootliggende wapening en watervoerende scheuren. Hol klinkend beton, vochtigheden en het verschil tussen scheuren en spinnenwebben blijven voor robots wel heel moeilijk waar te nemen. Daarvoor hebben we manuele inspecties nodig.”
“We werkten trouwens ook al met drones die we door de koker laten vliegen. Maar door de beperkte batterijduur en het stof dat opwaait, blijken drones bij betonnen bruggen toch een stuk minder interessant.”
AWV heeft zo’n 2000 bruggen in beheer. Hoe bepalen jullie welke bruggen prioriteit krijgen?
Plumet: “We hebben een enorm patrimonium in ons beheer. Heel divers ook, van grote viaducten tot kleinere fietsbruggen. Een goede monitoring en analyse van al die kunstwerken is superbelangrijk. Zo bepaalt ons agentschap waar de prioriteiten liggen voor renovaties en herstellingen.”
“We inspecteren elk kunstwerk met een overspanning van 5 meter of meer sowieso om de 3 à 5 jaar, afhankelijk van de toestand en het type van de brug. Ook na de oplevering van een nieuwe brug of na een grondige renovatie voeren we inspecties uit. En ook na een zware aanrijding van een brug gaat ons team ter plaatse.”
Overal in Vlaanderen pakken we bruggen versneld aan, niet alleen de bruggen op de lijst prioritaire kunstwerken (LPK). Waar ligt jullie focus in 2024?
Plumet: “De komende 5 jaar willen we al de bruggen met kokers in ons beheer geïnspecteerd hebben. De technologie van robots en drones zal ons daarbij helpen. Veel werk dus op de plank, waar we met veel ambitie onze schouders onder zetten. Persoonlijk kijk ik uit naar de resultaten van de drone-inspectie van de Myllebrug in Brugge, en naar heel wat inspecties van bruggen over onder andere de E17. Er zijn ook werken gepland aan de slingerviaducten in Zwijnaarde die we inspecteren en er is de drone-inspectie van de stalen brug aan de Henneaulaan in Zaventem.” Succes, Thomas.

Bekijk een test in Destelbergen: