De laatste steen
De Plantin-Moretuslei in Antwerpen
Vlnr.: Sarah Stoffels, Werner Nijs, Stephane Kenis en Manu Cascudo
Het zijn de laatste loodjes op de Plantin-Moretuslei in Antwerpen. Hoog tijd voor een (digitale) babbel. We laten Sarah Stoffels (werfleider), Manu Cascudo (projectmanager), Stephane Kenis (werfcontroleur) en Werner Nijs (werfcontroleur) van Wegen en Verkeer Antwerpen aan het woord.
Waarom waren de werken nodig?
Manu: De Plantin-Moretuslei was in slechte staat en er was nood aan een structurele ingreep. Daarnaast zet de Stad Antwerpen, net als veel andere lokale besturen en AWV, in op verbeterde fietspaden. Aan de riolering waren er ingrepen nodig en ook De Lijn wilde graag verbeteringen doen op het kruispunt met de Provinciestraat. De verschillende partners zorgden er dus samen voor dat het project uitgegroeid is tot wat het nu geworden is: een complete herinrichting van gevel tot gevel met ook in de diepte nog een aantal werken.
Sarah: Het is een belangrijke as richting de stad, ook voor fietsers. De fietspaden waren er heel smal. Dat is nu wel veranderd, voor fietsers en voetgangers is het een groot verschil.
Manu: In het verlengde zaten we ook met wat mankementen aan de brug over de ring aan het op- en afrittencomplex van Borgerhout, Antwerpen-Oost. We namen het mee op in het project zodat we alles in één keer konden uitvoeren.
Het is uiteindelijk dus een behoorlijk grote werf geworden. Hoe pak je zoiets aan?
Manu: Dat gaat niet van vandaag op morgen. En er waren heel wat partners betrokken: De Lijn, Water-link, Stad Antwerpen en AWV zelf. Ze moeten budgetten op hetzelfde jaarprogramma zetten om de werken uit te voeren. Dat wordt in een samenwerkingsovereenkomst gegoten en je moet op regelmatige basis afstemmen en overleggen.
Er was meer aandacht voor fietsers.
Sarah: Oorspronkelijk was het een fietspadenproject. Maar bij de analyse is daar al de rest nog bijgekomen. Uiteindelijk is het dan een heraanleg van gevel tot gevel geworden.
Manu: Je merkt dat fietspaden hoog staan op de prioriteitenlijst en dat de toestand van fietspaden vaak wel de aanleiding is om een locatie aan te pakken. Projecten die jaren geleden zijn gestart en nu stilaan in uitvoering komen (omdat bv. onteigeningen wel wat tijd in beslag namen), nemen we opnieuw onder de loep om af te toetsen aan de meest recente richtlijnen om te zien of er geen bijkomende aanpassingen nodig zijn.
De werken zijn zo goed als rond, wat zijn de laatste loodjes nog?
Manu: Eind vorig jaar zijn de eigenlijke werken afgerond. We moesten nog een aantal openstaande punten afwerken. Anderzijds waren er nog een aantal kleinere extra werkjes. Over de volledige heraanleg van de nutsleidingen is op voorhand heel veel en heel goed overlegd. Maar soms zijn net aangelegde stukken toch opnieuw opengelegd omdat ze nog nieuwigheden moesten koppelen. Dat werken we nu nog af. Het project sluit ook aan op het project van de Quinten Matsijslei en op dat kruispunt nemen we nog een aantal extra werken op. Eind maart zou alles rond moeten zijn.
Waar ben je het meest trots op binnen het project?
Manu: Op mijn team!
Sarah: Op het totaalpakket. Ik werkte twee weken voor AWV toen ik het project toegewezen kreeg. Fietspaden, voetpaden, rijweg, brug, trambedding. De perfecte leerschool. Maar ik stond er niet alleen voor, het was een samenwerking tussen alle partners en binnen ons team.
Stephane: Dat geldt ook voor mij. En ondanks de combinatie van heel wat factoren, is het project toch altijd heel vlot gelopen. Er was weinig vertraging.
Sarah: Dus de aannemer krijgt zeker ook een pluim!
Manu: Corona was geen eenvoudige tijd om in te werken maar de aannemer is wel altijd blijven doorwerken. Ze hebben heel veel werk op korte tijd verzet en dat is niet evident. Ook de verkeerslichten afstemmen op alle tussenfasen was een serieuze uitdaging. Dat is gelukt dankzij de dienst EW, de flexibiliteit van onze aannemer en de aannemer van de verkeerslichten die zich altijd geschikt hebben naar onze wensen.
Wat neem je uit dit project mee naar een volgend project?
Stephane: Alles! Het was voor mij ook een van de eerste grote projecten. Ik heb er dus enorm veel van geleerd.
Sarah: Een groot deel van ons team zal waarschijnlijk aan de slag gaan op het project van de Grote Steenweg in Berchem. Heel wat dingen zullen daar terugkomen. Elke werf is anders maar we gaan wel ervaringen van nu kunnen gebruiken.
Manu: Van elk werk, hoe groot of hoe klein ook, neem je altijd wel iets mee. Zeker de positieve ervaringen maar ook de lessen van de punten waar je zelf eens tegen de muur bent gebotst. Het is constant leren en verbeteren.
Wat moeten we zeker nog weten over de werf?
Manu: We mogen zeker het luik communicatie niet vergeten. Dat is heel belangrijk geweest en daar is heel veel tijd en energie in gestoken. Er is altijd heel kort op de bal gespeeld.
Sarah: Klopt. Er is altijd snel gereageerd. Het bezoek van de Sint op de werf om fietsers, voetgangers en omwonenden te bedanken voor hun geduld, zal ons bijblijven. Ze hebben de werf met kleine dingen op een positieve manier in de kijker proberen te zetten. Het glas heffen op de oplevering zal er door corona wel niet inzitten, vrees ik.
Werner: Voor de verandering hebben we ook eens complimenten gekregen over onze werf, en niet alleen klachten. Mensen spraken ons op straat aan met ‘Proficiat, het ziet er goed uit en het gaat goed vooruit’.
Sarah: We zijn op dat vlak goed afgeschermd geweest door de mensen van communicatie en de klantendienst. Dat maakte het voor ons ook wel een stuk aangenamer. Enkel een selectie vragen kwam tot bij ons. Zo vroeg iemand zich wel af waar de konijnen naartoe waren die op de Singel woonden toen we daar aan het graven waren.
Bedankt voor het gesprek Sarah, Manu, Stephane en Werner!