
In de media
De trajectcontroles waren de afgelopen weken een populair item in de kranten. Slechts 86 van de 298 installaties zouden werken, als in ‘boetes opleveren’. We gingen op (digitaal) bezoek bij Kathy Courtens, Coördinator Handhaving/Projectingenieur EM, en Ellen De Pauw, Verkeerskundige veiligheid, bij VWT om wat meer uitleg te vragen. Ze legden ons met veel enthousiasme uit dat de trajectcontroles vooral een heel positief verhaal zijn.
Trajectcontrole: doeltreffender en eerlijker
Hoe is de trajectcontrole op de proppen gekomen als alternatief voor flitspalen?
Kathy: AWV zet al jaren in op het verhogen van verkeersveiligheid, onder meer op locaties waar overdreven snelheid een rol speelt. Flitspalen waren de eerste grote opdracht van het team Verkeersmanagement en Handhavingssystemen (VMHS). Het aantal flitspalen steeg en intussen beheren we ongeveer 1.270 flitspalen. Op een bepaald moment kwamen er andere oplossingen op de markt om aan snelheidscontrole te doen, zoals trajectcontrole. Die installaties waren volgens een Vlaamse studie uit 2014 een meer doeltreffende oplossing om het verkeer over een bepaald traject op een meer gelijkmatige manier aan een aanvaardbare snelheid te laten doorstromen. Een studie van Ellen trouwens.
Ellen: Het doel van de studie was om het effect van flitspalen en van trajectcontroles op autosnelwegen te evalueren. Aan een flitspaal remmen mensen af vlak voor de paal en trekken daarna terug op. Dat is gevaarlijk, want het kan leiden tot kop-staartaanrijdingen en bovendien blijft het effect beperkt tot dat punt zelf. Trajectcontroles waren toen nog zeldzaam maar we zagen wel al een effect over het volledige traject. Meer nog, we zagen een positief effect op het voor- en natraject. Mensen ervaren het zelf ook als eerlijker, het is geen momentopname.
Kathy Courtens >
Hoe beslis je waar een trajectcontrole komt?
Ellen: We selecteren jaarlijks 20 nieuwe locaties. Naast het feit dat het een traject moet zijn waar liefst geen lichtengeregeld punt of belangrijk kruispunt in zit, kijken we vooral naar ongevallen en snelheid. We gebruiken daarvoor de 5-3-1-score. Daarbij geven we een gewicht van 5 aan elke persoon die dodelijk gewond raakte, 3 aan zwaargewonden en 1 aan lichtgewonden, en dat voor de laatste 3 beschikbare jaren. Zo rangschikken we de wegvakken op ons wegennet van hoog naar laag. Daarna kijken we naar de snelheid op die locaties. Daarvoor gebruiken we data die van voertuigen komen via gps. Zo bepalen we dan of op de locatie een snelheidsprobleem is en of we moeten ingrijpen met een trajectcontrole. Sinds dit jaar kunnen we ook ingaan op aanvragen van lokale besturen. Zowel voor trajectcontroles, roodlichtcamera's als snelheidscamera’s.
Kathy: We zetten in op verschillende sporen. Je hebt de 20 locaties die we vastleggen op basis van ongevallen, je hebt de aanvragen van steden en gemeenten, we hebben ook de trajectcontroles op snelwegen en we werken ook aan het ombouwen van flitspalen. Daar waar er nu nog, vooral analoge, flitscamera’s staan kijken we of we geen trajectcontrole kunnen installeren.
< Ellen De Pauw
Lees hier verder alles over