Arin loodst zijn hond langs obstakels

AWV’ers en dieren, het is een ding. Dat bleek al in het vorige nummer. Maar ook in de ‘opvallende hobby’ van Arin Verschueren (ICT specialist in het Verkeerscentrum) is dat duidelijk. Hij doet aan ‘agility’. Wat dat precies is? Dat vroegen we hem.

Dag Arin. Wat is doe je precies?

Arin: Ik doe agility met mijn hond, een Mini American Shepherd (kleinere versie van de Australian Shepherd). Het doel in agility is om een hindernissenparcours zo snel en zo goed mogelijk af te leggen. Je krijgt het parcours op voorhand te zien, maar je kan het niet oefenen met je hond. Het is pas tijdens de wedstrijd dat je het parcours voor het eerst aflegt met je hond. De hindernissen hebben een bepaalde volgorde en bepaalde vereisten. Elk foutje wordt afgestraft. Wie snel is en foutloos blijft, wint.

Hoe ben je daarmee begonnen?

Arin: Wij hebben 8 jaar geleden een mopshond in huis gehaald. We zijn toen op zoek gegaan naar een hondenschool om haar te ‘trainen’. Van het een kwam het ander. Ons engagement binnen de groep groeide en toen kwam agility op ons pad. Ik heb dan een aantal jaar geleden zelf ook een hond gekocht. Met hem speelde ik eerst frisbee, maar daarna ben ik ook agility gaan doen. Ik loop zeker niet op het hoogste niveau. Maar ik kon wel al kleinere wedstrijdjes winnen.

Kan je elke hond dat aanleren?

Arin: In principe wel. Op wedstrijden zie je vaak border collies. Dat zijn de werkpaarden onder de honden. Maar je hond moet vooral gezond genoeg zijn. Je moet je hond kunnen motiveren. Met een jachthond is dat bv. al moeilijker omdat die het instinct heeft om overal te snuffelen. Heel grote honden zijn ook minder geschikt. Het ras bepaalt veel.

Hoe weet je dat de hond dat zelf ook leuk vindt? En waar zit voor jou de voldoening?

Arin: Ik merk het bij mijn hond vooral aan het enthousiasme op voorhand. Als ik hem uit de auto haal voor een wedstrijd, trekt hij tot hij op het veld staat. Een hond die het niet graag doet, zegt foert en blijft zitten. Voor mezelf is de band met mijn hond belangrijk. Je hond loopt zo’n parcours op volle snelheid. Als je dan niet goed op elkaar afgestemd bent, loopt het mis. Het gaat om lichaamshouding, commando’s, buiten zijn, samen sporten. Daar ligt voor mij het plezier.

Het is belangrijk dat je foutloos zo’n parcours aflegt, maar waar kan het mislopen?

Arin: Je hebt enerzijds weigeringen: een hond die naast een hindernis doorloopt, die stil blijft staan, die begint te snuffelen of rondjes draait. Je hebt fouten: latjes afspringen (zoals in de jumping), de wip niet volledig tot beneden aflopen etc. En je hebt de tijd die een rol speelt, ben je buiten tijd dan krijg je strafpunten. Al die dingen samen, bepalen je ranking.

Een goeie conditie lijkt me ook onmisbaar, zowel voor jou als voor de hond?

Arin: Met de ene hond moet je ook al een betere conditie hebben dan met de andere. Voor een snellere hond heb je minder conditie nodig dan voor een tragere hond. Een trage hond moet je echt drijven. Het zijn telkens korte sprintjes van een minuut, twee keer per wedstrijd. Je moet alles geven. Maar ook aan de fitheid van onze hond werken we. We gaan twee keer per jaar naar een fysiotherapeut met de honden. Daar worden ze volledig nagekeken want ze kunnen dat zelf niet aangeven. Het is belangrijk om je hond correct op te warmen. Er gaat heel veel aandacht naar hun welzijn. Stretchen, watertherapie bij blessure … daar letten we heel hard op. Het is in agility in het algemeen een belangrijk punt. Je hond is je kindje en daar wil je goed voor zorgen.

quis proident

Labore enim veniam officia culpa amet voluptate incididunt. Pariatur esse anim. Commodo aliquip aute velit nisi ut cupidatat ea.

Lorem cupidatat

Sit aute quis veniam nisi dolor ut. Duis Lorem qui pariatur.

commodo enim

Do et minim minim fugiat aliquip.

irure pariatur

Cillum proident et dolore nostrud qui ex non.

consequat nostrud

Ut consequat consequat est do. Aliquip duis pariatur velit esse.

duis fugiat

Cillum occaecat dolor amet irure culpa consectetur. Cupidatat enim in commodo ut est ipsum.

Het blijft niet bij zelf lopen, je ging ook nog verder in agility.

Arin: Klopt. Ik heb een tijd zelf ook agility-lessen gegeven, daar ben ik mee gestopt. Maar intussen ben ik een opleiding voor keurder, soort scheidsrechter, gestart. Zodat ik in de toekomst wedstrijden mee in goede banen kan leiden. Ik kijk er ook naar uit om zelf het parcours te ontwerpen. Nadenken over looplijnen en haalbaarheid, dat boeit me wel. Keuren is trouwens vermoeiender dan zelf lopen. Als deelnemer loop je in jouw wedstrijd twee keer een parcous en that’s it. Als keurder sta je daar de hele dag, vaak buiten, in de zon. Je moet alles gezien hebben, ook van heel snelle honden. Dat is intensief. Ooit zou ik eens graag een WK keuren.

Veel succes Arin!