De mosterd van AWV

Over het belang van goede fietsomleidingen en waarom we geen trajectcontrole plaatsen op de R1

Begin mei organiseerden we in Gent de Kennisdag. In de namiddag gaven we de kans aan elke afdeling om een project rond veiligheid toe te lichten. Ze alle twaalf aan bod laten komen in dit nummer van het magazine, kunnen we helaas niet. Dus pikten we er twee uit.

Proefproject Fietsomleidingen bij WOV

Jef Schoenmaekers (woordvoerder en communicatieverantwoordelijke bij WOV) mocht op de Kennisdag de honneurs waarnemen.

Wat was de aanleiding voor het proefproject fietsomleidingen?

Jef: We stellen regelmatig vast dat fietsomleidingen niet altijd gesmeerd lopen. Het is afhankelijk van werf tot werf. Ik denk dat we mogen toegeven dat fietsomleidingen in het verleden al eens stiefmoederlijk behandeld werden. Niet uit slechte wil, wel omdat Koning Auto jarenlang heer en meester was. En omdat die omleidingen vaak op papier uitgetekend worden. Je mist voeling met de ervaring van de gebruiker.

De eerste kleine stapjes.

Jef: Er waren al verbeteringen. We hebben bordjes met fietsomleidingen op, het uittekenen van de routes won aan belang. Maar we stelden vast dat die verbeteringen eerder punctueel waren. Daarnaast groeide het besef dat we in dat verhaal ook weinig oog hadden voor het perspectief van jonge fietsers. De ervaring in het project in Nederename heeft dat een duw gegeven. Daar heeft de aannemer de scholen in de werf bij het project betrokken met een les rond werfveiligheid en een werfbezoek en werd dat zeer positief onthaald. Het besef groeide dat daar een nood is en dat we scholen vaker moeten betrekken bij onze projecten in het kader van veiligheid op de werf. En zo kwamen we ook weer bij die fietsomleidingen uit.

En toen kwam het proefproject.

Jef: We zijn gaan samenzitten met de VSV en met Wout Baert van Fietsberaad met als doel te kijken hoe we als organisatie meer oog konden hebben voor fietsers in werfsituaties en met name jonge fietsers. Wout heeft een aantal werven bezocht en verbeterpunten aangebracht. VSV heeft voorgesteld om met één bepaalde werf aan de slag te gaan en daar scholen, ouders en scholieren te betrekken bij het fietsverhaal. Dat is wat we nu gaan doen aan de werf op de Groot-Brittanniëlaan. Met de scholen zijn we rond tafel gaan zitten en hebben we bij het opstellen van onze plannen om input gevraagd. Eind augustus organiseren we een fietsverkenning van de werf-fietsroutes en kunnen deelnemers achteraf ervaringen delen en knelpunten aanduiden. Daarnaast werken we volgend schooljaar met enkele klassen samen rond fietsomleidingen. Op basis van hun feedback kunnen we de omleiding dan verbeteren en dus ook veiliger maken. Want wat je doet voor kind-fietsers, werkt voor iedereen.

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten?

Jef: Ik denk dat er zeer veel goede wil is en al veel aandacht is voor fietsers, maar nog steeds in de marge van de auto. Bovendien nemen we dat kindperspectief onvoldoende mee in onze plannen. Je hebt dus vooral een mentaliteitswijziging nodig bij het uitwerken van onze signalisatieplannen waarbij we fietsers op dezelfde hoogte als auto’s plaatsen. Hun route is even belangrijk. Daarnaast moeten we op het terrein meer uitgaan van de gebruikerservaring van (jonge) fietsers. Zij beleven het verkeer heel anders, al is het maar omdat ze fysieke inspanning moeten leveren voor elke meter. Daarom experimenteren we nu met bv. borden in een andere kleur, in een andere vorm om ze te laten opvallen, de bestemming duidelijk op het bord zetten, de omleiding in zijn geheel tonen bij de start met reistijd.

Wat hoedanook duidelijk is is dat je vooral goeie, comfortabele en veilige alternatieven moet voorzien. Een degelijk fietspad dat goed verlicht is, goed aangeduid met eenduidige communicatie. Je moet de gebruiker duidelijkheid en zekerheid geven over hoe de omleiding loopt, dan gaan ze die ook goed gebruiken.

Bedankt Jef!

Trajectcontrole op de R1: do or don’t bij WA

Een flitspaal vervangen door een trajectcontrole lijkt vaak een evidente keuze. Maar dat is het niet altijd. Tim Verhaeghe (directeur V&W) ging dieper in op waarom een trajectcontrole op de R1 uiteindelijk toch niet de beste keuze was.

Wat was de problematiek?

Tim: Op de R1 staat een puntmeting, een flitspaal. Die is berucht tot ver buiten onze landsgrenzen en staat bekend als de best renderende (op financieel gebied) flitspaal van Vlaanderen. Maar de snelheidscamera is oud en aan vervanging toe. Binnen onze visie bij AWV vinden we een trajectcontrole performanter en eerlijker, omdat het geen puntmeting is, maar een meting over langere afstand. Dus leek het evident om ook op de R1 na te gaan of we daar een trajectcontrole konden zetten. We zitten op dat punt van de R1 wel met een dynamisch snelheidsregime (100km/u buiten de spits, in de spits soms 70 of 50km/u naargelang de drukte). Het project lag al een hele tijd stil omdat er momenteel problemen zijn met het systeem van de wegpolitie om nieuwe ANPR-camera’s daaraan te koppelen. Nu kreeg AWV een vraag van een journalist over de stand van zaken van die trajectcontrole.

Dat maakte wel wat los.

Tim: Klopt. De journalist publiceerde het artikel met de input en dat maakte vragen los bij het kabinet. Een trajectcontrole leek hen geen goed idee. Ze vroegen ons om opnieuw te onderzoeken of dat echt wel de beste optie was. Dus dook ik opnieuw in de cijfers. We volgen twee parameters bij een trajectcontrole: ongevallencijfers en de snelheidsproblematiek. Beiden waren een probleem volgens de cijfers, veel ongevallen en er wordt vaak te snel gereden. Dus een trajectcontrole leek nog steeds een goede optie.

Het kabinet deelde die mening niet helemaal.

Tim: Ze volgden inderdaad onze redenering niet en vroegen naar alternatieve maatregelen. Dus ben ik nog dieper in de cijfers gedoken. Ik ben gaan kijken naar de momenten waarop er te snel gereden wordt, dat is meestal in de ochtend- en avondspits. Omdat dan het dynamische snelheidsregime actief is. Ik ben ook gaan kijken naar het type ongevallen. Dat bleek niet door snelheid te komen maar door de vele weefbewegingen aan de op- en afritten. Ik kon de ongevallen en snelheid dus niet aan elkaar linken. Daardoor verviel onze objectieve methodiek ook.

Je moest het kabinet dus gelijk geven.

Tim: Uiteindelijk bleek inderdaad dat het tijdslot waarop we de trajectcontrole nuttig konden inzetten, zo marginaal, klein, te zijn dat de trajectcontrole niet de beste manier was om de snelheid te handhaven. Een puntmeting, snelheidscamera is een betere optie. Daarnaast zorgt een trajectcontrole ook dat auto’s aan een meer eenvormige snelheid, dichter bij elkaar gaan rijden, waardoor we weefbewegingen moeilijker zouden maken. We zouden met een trajectcontrole het probleem mogelijk zelfs groter maken.

Wat zal er nu veranderen op dat punt?

Tim: We hebben door het Expertisecentrum een verkeersveiligheidsinspectie laten doen op dat punt. Daaruit is gekomen dat ze kleine maatregelen kunnen treffen op vlak van signalisatie en markeringen. Die gaan we zeker op korte termijn proberen te doen. Maar willen we het probleem op langere termijn aanpakken, dat hebben we grote infrastructuurwerken nodig die ervoor zorgen dat de stromen veel meer uit elkaar getrokken worden. Zo’n grote ingreep op een belangrijke verkeersas doe je niet van vandaag op morgen. Dat zal een project voor de verdere toekomst zijn. De oude flitspaal staat er momenteel nog. Van zodra de systemen van de politie het toelaten zullen we ook bekijken of we die kunnen vervangen door een nieuwe installatie.

Bedankt Tim!