Leonardtunnel

We kunnen er niet omheen. De tunnels zullen een rode draad zijn doorheen onze werking de komende jaren. Dit nummer bracht ons daarom naar het Zoniënwoud. Want midden tussen de bomen ligt de Leonardtunnel. Werfleiders Stien Coenen, Alec Verheyden en Siel De Mesmaeker zijn de drie jonkies achter het project en nemen ons mee achter de schermen.

Wat was de aanleiding voor de werken aan de Leonardtunnel?

Stien: Tijdens een regulier onderhoud in 2018 bleek het beton van de dakplaat in slechte staat te zijn. We moesten de tunnel toen afsluiten om het loszittende beton te verwijderen met een verkeersinfarct tot gevolg. Aanvankelijk kregen we maar een beperkt budget voor het herstel van de dakplaat. Maar rond 2020 kwam ook het grotere plaatje van de onderhoudsachterstand van de tunnels in het algemeen op de agenda. Dat heeft ervoor gezorgd dat er extra budget vrij werd gemaakt voor een grondige aanpak van de tunnel. Bouwtechnisch waren er vernieuwingen nodig maar ook op vlak van techniek hinkte de tunnel achterop om aan alle veiligheidseisen te voldoen.

Wat zijn de bijzonderheden/gevoeligheden van het project?

Stien: Bouwkundig zijn er wel wat speciallekes in de tunnel. De tunnel bestaat eigenlijk uit drie niveaus. De bovengrondse verkeerswisselaar, de -1 voor het doorgaand verkeer tussen Brussel en Namen (E411) die 80m lang is en dan de tunnel voor het doorgaand verkeer van de Brusselse ring die 360m lang is. Raar genoeg is de -1 eerst gebouwd en is de -2 er dan onderdoor gegaan. Het is heel moeilijk om te achterhalen hoe de tunnel ooit gebouwd is. Er zitten heel veel stalen poutrellen in maar hoe die daar geraakt zijn en hoe alles in elkaar zit, kan niemand ons momenteel vertellen. Met als gevolg dat we met vijzelwerken de volledige -1 ook moeten optillen hebben om twee oplegpunten tussen de -1 en de -2 te vervangen.

Alec: En daarnaast is de locatie ook een gevoelige kwestie. De tunnel ligt op de grens van Vlaanderen en Wallonië. Het is eigenlijk de toegangspoort tot Wallonië en Oost-Brussel. En die gemeenten zien de werken ook echt als een boycot op de economie van de streek. Helaas kwam het zelfs tot een rechtzaak met een gemeente.

Werfleiders Alec Verheyden, Stien Coenen en Siel De Mesmaeker

Er is inderdaad wel wat te doen geweest rond de werken. Hoe ga je daar mee om?

Stien: We hebben het geluk dat de collegialiteit bij Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant heel groot is. Heel veel collega’s zijn ingesprongen voor ons zodat er tijd vrij kwam om steden en gemeenten goed te informeren. En dat leverde op: de Brusselse gemeenten blijven kritisch, maar de relatie is wel gebeterd.

Er is heel veel interesse ook voor het project, studenten burgerlijk ingenieur kwamen al langs, de AWV-collega’s komen langs op de onthaaldag …? Dat is extra werk, maar waarom doen jullie dat toch?

Stien: Omdat we trots zijn op ons project. We zijn wellicht de eerste grote tunnelrenovatie. Dat wekt wel wat belangstelling. En we pakken daar graag mee uit! We hebben ook al contact gehad met de andere projecten in de Beverentunnel en de Rupeltunnel. We delen onze ervaringen graag.

Alec: Veel collega’s weten niet wat er bij zo’n tunnelrenovatie komt kijken, het opent veel ogen.

Wat neem je eruit mee voor een volgend project?

Alec: Het volgende project op onze planning is de Vierarmentunnel. Nog een tunnel dus. We gaan heel wat ervaring kunnen meenemen. Alles wat we over technieken leerden, kunnen we meenemen.

Siel: Ook naar bestek toe voor die Vierarmentunnel hebben we veel geleerd. De problemen waar we nu op stoten, noteren we en kunnen we duidelijker omschrijven in het bestek voor de Vierarmentunnel.

Stien: En daar zal ook ons contact met Brusselse gemeenten van pas komen. Er is een taalbarrière. Met de Vierarmen gaan we met dezelfde gemeenten rond de tafel moeten zitten. We hebben ook gemerkt dat daar de werken ook veel gevoeliger liggen dan bij Vlaamse gemeenten. Wij zijn alle drie heel jong, we leerden er in het algemeen heel veel uit. Connecties gaan we zeker kunnen meenemen.

Wat moeten we zeker nog meegeven?

Alec: We zijn alle drie trainees geweest. Ook onze nieuwe projectmanager was trainee. Ons werfteam is dus nog heel jong.

Stien: Er zit meer in een tunnel dan je denkt. Ik ben bouwkundig wel onderbouwd, maar van het moment dat er kabeltjes bij komen kijken, word ik uitgedaagd. Daarom zijn die bezoeken ook zo nuttig, want collega’s beseffen dat dan pas. En dan wordt ook duidelijk waarom er zoveel geld naar de tunnels gaat.

Dank je wel!