
Op de Koffie
Ruim een jaar geleden vervoegden Jessica, Elke en Kirsten de AWV-rangen. Hun functie: participatiemanager. Maar wat is dat eigenlijk? Waarom is dat zo belangrijk? En waar dromen ze nog van? We gingen met deze drie dames Op de Koffie.

Participatiemanager Wegen & Verkeer Limburg en Vlaams-Brabant
Gestart op 1 september 2021

Participatiemanager Wegen & Verkeer Antwerpen
Gestart op 4 oktober 2021

Participatiemanager Wegen & Verkeer Oost- en West-Vlaanderen
Gestart op 13 september 2021
Wat doen jullie precies?
Elke: Als ik dat aan buitenstaanders moet uitleggen probeer ik altijd twee luiken te combineren. We werken mee aan grote (of kleinere) investeringsprojecten, het werk op het terrein dus, en tegelijk werken we ook aan het beleid, de visie organisatiebreed.
Jessica: We werken inderdaad op verschillende niveaus. En net omdat het een nieuwe functie is, zijn we ook nog volop bezig met de werkwijze uit te schrijven. Dat is het beleidsgerichte. Wanneer gaan we participatie inrichten? Wanneer doen we dat dan? Wat en wie hebben we daarvoor nodig? Daar komen ook heel wat collega’s bij kijken. Participatie binnen en buiten AWV dus.
Kirsten: Vooral in de studiefase van investeringsprojecten bekijken we ook waar we participatie kunnen inrichten naar buiten. Als er nog zo weinig mogelijk keuzes gemaakt zijn, dan is het het meest interessant om naar belanghebbenden en burgers toe te gaan.
Elke: Wij hebben een uitzoomende functie. Daardoor gaan we sneller grensoverschrijdend werken en aan extra factoren denken die interessant zijn voor een project. Maar we zijn zeker niet de enigen die dat doen binnen AWV.
Kirsten: Doordat we alledrie ook een andere achtergrond hebben, vullen we elkaar goed aan. Ik ben ruimtelijke planner van opleiding, terwijl je bij Jessica en Elke eerder het sociale en duurzame terugvindt in hun achtergrond. We bekijken de projecten automatisch breder dan participatie.
Hoe bevalt het jullie na een jaar?
Elke: Het is heel boeiend. Ik had al ervaring in werken mét overheden maar nog niet voor een overheid. Dat was best spannend. Iedereen heeft er zijn ideeën over. Het gaat soms traag en je moet soms veel stappen zetten, maar iedereen is wel begaan met de materie en zet zich heel hard in. Dat motiveert mij en daagt me uit. We kunnen mee het verschil maken. Het technische aspect eigen maken blijft mijn grootste uitdaging.
Jessica: Je komt heel veel uitdagingen tegen. Het is nieuw. Participatie kan heel veel vormen aannemen. Het is altijd wat zoeken want er is vaak geen pasklare oplossing. Dat houdt het fijn om te doen.
Kirsten: Ik moest in het begin best wel wennen aan de grootte van de organisatie. Ik kwam zelf van een intercommunale met 80 collega’s. Ik moest me meteen inwerken in twee afdelingen. Heel wat collega’s om te leren kennen. Een jaar later is het dan vooral de inhoudelijke uitwerking waar nog heel wat uitdagingen in liggen. Ik ben vooral blij dat we elkaar hebben. We zijn gelijktijdig gestart en toetsen onderling veel af. We leren heel veel van elkaar.
Jessica: Iets uitwerken wat nog niet bestaat of vroeger ad hoc gebeurde, gaat ook veel beter als je dat met drie kan doen.
Waarom is participatie zo belangrijk voor onze projecten?
Kirsten: De vraag naar participatie is bij burgers, bij gemeenten en andere partners enorm toegenomen. Dat is waarschijnlijk de reden waarom wij zijn aangesteld. Tegelijk is het een grote meerwaarde voor onze projecten beroep te kunnen doen op de kennis van mensen die onze weg dagelijks gebruiken. Het is een kans om onze technische oplossingen voor problemen af te toetsen bij de gebruikers. Gaan burgers het wel zo gebruiken als wij het voor ogen hebben?
Elke: Vroeger werd er meer top-down beslist en uitgevoerd, nu kruipen we als overheid meer in een samenwerkende rol. Dat is positief. De burger is een partner om bepaalde aspecten in je ontwerp te verrijken. Zeker geen vijand. Dat is onze rol. Dat belang elke keer aantonen als dat er nog niet is.
Jessica: Mobiliteit is een heel complex gegeven. Het heeft op iedereen een impact, iedereen is daar deel van, gebruikt dat, ervaart de moeilijkheden … Maar niet iedereen heeft dezelfde belangen of visie. Als je al die stemmen wil opnemen in je proces, heb je alleen daarvoor al participatie nodig. Je moet niet iedereen pleasen, wel een proces inrichten waar plaats is voor die veelheid aan stemmen. Zo kunnen we beter informeren, communiceren en komt er meer begrip voor het waarom van een ingreep.
Welke thema’s komen elke keer terug bij burgers?
Jessica: Verkeersveiligheid, mogelijkheid tot oversteken, doorstroming en leefbaarheid zijn standaard terugkerende items. Dat is de grote uitdaging voor de projecten. Water, het ecologische … speelt zeker ook een rol.
Elke: Geluid is zeker ook zo’n issue binnen leefbaarheid. Luchtkwaliteit is dan weer eentje dat regelmatig terugkeert in het kader van industrie of stedelijke context. Het zijn vaak thema’s die leven in de actualiteit.
Zijn hun reacties al veranderd?
Jessica: Voor het project van de rondweg Asse hebben we voor elke buurt aparte panelen geplaatst, goed gemotiveerd zonder te verdoezelen. Mensen kwamen langs op die info- en dialoogmarkt en lieten weten dat ze merkten dat er tijd voor hen was gemaakt. Het zorgt voor een andere relatie en blik van burgers.
Kirsten: Mensen zijn vooral blij dat ze gehoord worden, al dan niet in een hele vroege fase. Voor de N437 tussen Kruisem en Waregem hebben we in de twee kernen rondgewandeld (in coronatijd) om gesprekken met mensen aan te gaan. Dat was veel persoonlijker en zorgt voor meer vertrouwen. Je geeft een gezicht aan een project.
Elke: De aanspreekbaarheid is een grote troef. Het is niet langer ‘de overheid in Brussel’ die alles beslist. Als je met een open houding naar hen toestapt, appreciëren burgers dat wel. Zelfs een droge, wel heel transparante, online sessie kan daar al een verschil teweeg brengen. Dat heb ik zelf bv. bij een project in Mechelen gezien. Burgers zien zo dat we hen serieus nemen.
Jessica: Ook onze collega’s of de partners waar we mee samenwerken ervaren dat als positief. Net als gemeenten trouwens. Zij surfen daar op mee om aansluitende projecten toe te lichten.
Kirsten: We zijn al van infomomenten naar infomarkten geëvolueerd. Wij proberen er nu stilaan meer dialoogmarkten van te maken. Het beeld van ‘de zaal vol roepers’ maakt plaats voor meer één-op-één-dialoog en dat motiveert collega’s.
Wat moeten we zeker nog weten?
Kirsten: Ik vind het leuk dat meer en meer collega’s mij weten te vinden. Je ziet een mentaliteitsverandering bij collega’s en ik krijg meer de vraag om eens mee naar een project te kijken.
Elke: Het is leuk dat ze ons als een partner binnen projecten zien. We zijn er om samen met hen naar een oplossing te zoeken. We kunnen hen ondersteunen en zijn met plezier hun sparringpartner.
Hebben jullie nog een participatiedroom?
Jessica: Een pro-actieve rol opnemen. Niet afwachten en bang zijn, maar mensen durven betrekken. Buiten de grenzen van AWV stappen. Samenwerken is daarin een belangrijke.
Kirsten: Ik hoop dat we door participatie mee kunnen bouwen aan die modal shift. En dat we door burgers te betrekken tot die mentaliteitswijziging kunnen komen.
Elke: Bij een aantal projecten waar de context zich ertoe leent, durven inzetten op co-creatie. Het gebeurt al, maar het mag nog vaker en vroeger in het proces. Het is niet altijd evident. Maar het is wel de meest interessante manier om aan participatie te doen.
Dank jullie wel voor de leuke babbel!